Bijna thuis!

Daar zit je dan op een metrostation, net achter gekomen dat je trein bijna een half uur later gaat dan dat je eigenlijk dacht. 🙂 Nu is het OV-netwerk in Japan niet het meest eenvoudige netwerk ter wereld doordat je meerdere aanbieders hebt. Zo heb je in Tokyo twee metro-netwerken, wat soms bij het overstappen lastig ken zijn, maar soms heeft het ook voordelen. Ondanks de verschillende netwerken, werken verschillende aanbieders ook samen door gebruik te maken van elkaars spoor. Dus nu kan ik in een metrostation instappen op een trein die naar Narita Airport gaat. 🙂
Eergisteren besloot ik dat ik op een of andere manier gebruik moest maken van mijn laatste dag van mijn Japan Rail Pass, dus besloot ik naar Yokohama te gaan, eerst met de gewone trein naar Tokyo, en dan per Shinkansen verder. Om een of andere vage reden stond er een rij bij de bemensde toegangspoort (die ik moest gebruiken), waardoor ik net de Shinkansen miste, op zich rijden er meerdere treinen per uur, maar de meeste diensten zijn een Nozomi-trein, de enige trein waar ik niet in mag met een Japan Rail Pass, dus ik mocht 20 minuten wachten op de volgende trein. Eenmaal aangekomen in Yokohama ging ik naar het Ramen-museum, even iets anders dan wat ik allemaal heb gezien in Japan en ik kreeg via het hostel gratis toegang. Dit museum bestond vooral uit een stuk nagebouwd Tokyo uit de jaren ’50 waar je verschillende restaurants had waar je Ramen-noedels kon eten zoals ze in verschillende delen van Japan bereid worden. Gelukkig had ik toe nog niet ontbeten en kon ik genieten van een heerlijke bak Ramen. 🙂
Hierna ging ik, per metro, naar het station van Yokohama om wat informatie in te winnen van de informatiebalie aldaar. (als er toeristen zijn, is er wel een toeristische dienst op het station) Daar kreeg ik de goede tip om eerst te beginnen bij China Town (de grootste in Azië) en dan terug te lopen naar het oosten. Na China Town heb ik een oud schip bekeken wat 80 jaar oud was en ooit is begonnen als lijnboot tussen Japan en de VS en nu in de haven ligt als een soort symbool voor Yokohama. Hierna ging ik verder en met wat kleine tussenstops kwam ik terecht op een plek waar allemaal Japanners aan het dansen waren rond een trommel op een hoog podium. Veel van die mensen hadden een kimono aan, maar er waren ook genoeg mensen in hun gewone kloffie aan het dansen. Ook stonden er kleine tentjes omheen waar je wat te eten en drinken kon kopen en er waren ook dingen te doen voor de kleine kinderen. Ik heb me daar laten vertellen dat het een onderdeel was van de O-bon-viering. O-bon is een Japans feest waarbij mensen hun (gestorven) voorouders herdenken, en dan vaak maar het graf gaan of het huis waar de mensen hebben gewoond, maar soms ga je met z’n allen naar een plek waar dan de geesten van je voorouders ook heenkomen. Zo heb ik het dus begrepen, dus het hoeft niet helemaal precies zo te zijn…. 🙂 [Nu zit ik net in de metro/trein naar het vliegveld] Hierna besloot ik richting de trein te gaan omdat het toch al aardig donker begon te worden (met bijbehorend tijdstip) en kwam ik terecht bij het Yokohama Steelpan Fest, waar ik dus ook een half uurtje bleef hangen, totdat het daar was afgelopen. En uiteindelijk ging ik toch maar verder naar de trein die me naar Tokyo bracht.
De daaropvolgende dag (gisteren dus) ging ik Tokyo verkennen, te beginnen in Jimbocho, en vandaar uit naar de tuinen bij het keizerlijk paleis. Mooie tuinen, maar eigenlijk was het iets te warm om door een park of tuin te lopen. Maar gelukkig had ik een kleine handdoek in mijn nek om wat zweet op te vangen. 🙂 Hierna liep ik naar het centraal station, wat een kopie is van het station in Amsterdam (althans de gevel) maar ook dit station werd verbouwd, dus daar kon ik niet van genieten, dan maar volgend jaar naar Amsterdam… 😉 Hierna naar Akihabara, waar je allerlei soorten elektronica en media (bijvoorbeeld Japanse comics) kan kopen, daar heb ik een 2e hands CD gekocht waarvan ik niet weet wat voor muziek er op staat, maar het is in ieder geval Japans en kostte slechts 500 Yen. 🙂 Maar na alle geweld van alle electronica, lampjes, kabeltjes en lichtjes ging ik naar Ueno, waar je de mogelijkheid hebt om andere soorten inkopen te doen (denk aan kleren en eten enzo….), alwaar ik een stuk watermeloen en een stuk meloen op een stokje heb gegeten. Eigenlijk zat het laatste stuk op een paar wegwerpeetstokjes, maar omdat die waren nog een geheel. 🙂 En hierna besloten mijn voeten moe te zijn en ging ik terug naar mijn Hostel in Asakusa en kon ik weer teruglopen tussen de tempels door. 🙂
Deze ochtend besloot ik op mijn laatste dag in Japan te ontbijten op z’n Japans, met wat rijstrolletjes en kleine hapjes uit de supermarkt naast het hostel. En na het inpakken dus naar de trein naar het vliegveld, welke op dit moment over een paar minuten daar zal aankomen.
[In het vliegtuig naar Moskou] Tot zo ver Japan dus… [en toen kreeg ik een vliegtuigmaaltijd] …“I just thank you for the journey” hoor ik net Johnny Cash zingen en misschien is dat wel toepasselijk. Want dit is wel een mooie ervaring die ik meer mensen kan aanraden. Niet iedereen, want het moet toch wel een beetje uniek blijven. 😉 Alleen de volgende keer als ik naar Japan ga hoop ik dat het lente is, dan heb je mooi weer en beginnen de kersenbloesems te bloeien, wat ontzettend mooi schijnt te zijn. Maar dan moet ik weer even wat geld bijelkaar sparen, want de laatste 2½ week heb ik best wel veel uitgegeven, want Japan is inderdaad wel aan de prijzige kant. 🙂
Eigenlijk vind ik het wel jammer dat ik geen spannende verhalen kan vertellen over mijn vlucht met Aeroflot, geen rammelend vliegtuig, niet eens een Russisch toestel. En ook weinig hamers en sikkels buiten het logo… Je ziet hoogstens de vleugel een beetje op-en-neer bewegen, vooral toen we een lichte turbulentie hadden. Wat wel opvalt is dat in het vliegtuig de kleur oranje veel gebruikt wordt. De outfit van de stewardessen, de servetjes, de vliegtuigstoelen en de strepen in de grijze deken zijn allemaal oranje…
En dan vlieg je over Siberië, voor een uitzicht vanuit een andere positie, zo kan je wel mooi zien hoe sommige rivieren door het landschap heen meanderen, maar het blijft nog steeds: het ziet er mooi uit, maar het is wel erg veel. 🙂
[geland in Moskou] Dat moet toch makkelijker kunnen zo’n transfer… Vanuit het vliegtuig stap je in een bus die je naar de terminal brengt, tot zo ver niet heel erg vreemd, waar je naar de balie voor transferpassagiers loopt. Hier krijg je een gele plastic kaart overhandigd en wordt je doorgestuurd naar de eerste controle waar ik mijn paspoort en boarding-pas moet laten zien. Dan loop ik naar gate nummer acht waar je moet wachten samen met mensen met plastic kaartjes met verschillende kleuren voor verschillende terminals… Na een paar minuten stopt er een bus en roept er een Aeroflot-medewerker enthousiast: “Let’s go!” en iedereen stapt de bus in. En iets zegt me dat deze bus een geschiedenis in Nederland (of België) heeft gehad… Hierna maakt de bus een rit over het vliegveld en moet iedereen bij een volgend gebouw uitstappen. Trap op en inhaken bij de groep mensen die van de andere kant komt (kennelijk daar met het vliegtuig aangekomen) en dan wordt ik doorgestuurd naar de volgende poort. Dit terwijl mensen die van de andere kant komen moeten wachten, kennelijk om met de bus weer de andere kant op te gaan. Maar ik loop door en kom bij de volgende controle… Welkom in Rusland! 😉 Maar nu ben ik bij de juiste gate en kennelijk kan je alleen maar in roebels betalen en als je iets anders hebt staan er wisselmachines, maar of die het nou wel of niet doen weet ik niet echt, je kan er in ieder geval niet pinnen. 🙂 Zo maar kijken of ik ergens een Aeroflot-t-shirt kan kopen. Want de plek waar ik nu sta is niet echt comfortabel, maar er is ten minste een stopcontact waar ik de accu van m’n laptop kan opladen. 🙂

Dit bericht is geplaatst in Op reis naar Japan met de tags , . Bookmark de permalink.